Wet op de loonbelasting 1964 art. 18b ( tekst 2015)
18b
Partnerpensioen 1 Een op een eindloonstelsel gebaseerd partnerpensioen bedraagt per dienstjaar of ontbrekend dienstjaar niet meer dan 1,160 percent van het pensioengevend loon of bereikbare pensioengevend loon.
Middelloonstelsel 2 Een op een middelloonstelsel gebaseerd partnerpensioen bedraagt per dienstjaar of ontbrekend dienstjaar niet meer dan 1,313 percent van het pensioengevend loon of bereikbaar pensioengevend loon.
Beschikbare premiestelsel 3 Voor een op een beschikbare-premiestelsel gebaseerd partnerpensioen is artikel 18a, derde lid , van overeenkomstige toepassing.
Nabestaande 4 Ingeval in de pensioenregeling is rekening gehouden met:
  • 1°. een bepaalde partner, wordt gerekend met de feitelijke gegevens van die partner;
  • 2°. een onbepaalde partner, wordt gerekend met een leeftijdsverschil tussen de werknemer en de partner van ten hoogste drie jaren.
Ontbrekende dienstjaren 5 Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 18c worden voor het geval de werknemer niet in leven is op het tijdstip waarop het ouderdomspensioen zou ingaan, ontbrekende dienstjaren en bereikbaar pensioengevend loon in aanmerking genomen. Onder ontbrekende dienstjaren worden verstaan de jaren van het tijdstip van overlijden van de werknemer tot de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum. Onder bereikbaar pensioengevend loon wordt verstaan het pensioengevend loon dat de gewezen werknemer binnen de vastgestelde loopbaanontwikkeling in zijn functie zou hebben kunnen bereiken.
Ingangsdatum 6 Een partnerpensioen gaat in onmiddellijk na het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer dan wel onmiddellijk na beëindiging van een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
Maximum 7 Een partnerpensioen gaat niet uit boven 70 percent van het pensioengevend loon of het bereikbaar pensioengevend loon op het tijdstip van ingang. 8 Voor de toepassing van het zevende lid is artikel 18a, negende lid , van overeenkomstige toepassing.